Dit kunt u altijd op het etiket of de verpakking van het product vinden.
De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) ziet erop toe dat fabrikanten die zoetstoffen in hun producten gebruiken zich aan de regels van het Warenwetbesluit Additieven houden. Voor alle additieven, en dus ook voor zoetstoffen, betekent dit dat ze in de ingrediëntenlijst van het product moeten staan. Deze lijst is te vinden op het etiket of verpakking van het product.
Vaak als er op een product staat dat deze 'suikervrij' is, of dat er '0% suiker' aan is toegevoegd of dat er bijvoorbeeld 'zero' of 'light' op staat, dan zijn aan deze producten zoetstoffen toegevoegd om het toch de gewenste zoete smaak te geven. Welke zoetstoffen zijn gebruikt, staat altijd op het etiket vermeld.
De regels over wat er op het etiket moet staan, zijn vastgelegd in de Wet Voedselinformatie die onder Europese wetgeving valt (Verordening (EG) Nr. 1169/2011) bijlage VII, Deel C). Het doel van deze wet is om etiketten duidelijker te maken. Op het etiket van voedingsmiddelen moeten onder meer de naam van het product en de naam en het adres van de producent staan. En ook de ingrediënten, de houdbaarheidsdatum, E-nummers en een productiecode of partijcode. Het moet consumenten helpen om met de juiste informatie een keuze te maken of ze een product willen gebruiken of niet. In Nederland is de Europese wet vertaald in het Warenwetbesluit Informatie Levensmiddelen (WIL).
Fabrikanten mogen zelf kiezen of ze het E-nummer gebruiken dat bij de gebruikte zoetstof hoort, of de volledige naam. Dit staat altijd vermeld na de term 'zoetstof' of 'zoetstoffen'. De zoetstof waarvan het meest aan het product is toegevoegd, staat als eerste genoemd.
Bij Heinz tomatenketchup zero staat bijvoorbeeld het volgende vermeld, hier is alleen gebruik gemaakt van de zoetstof sucralose:
Bij de suikervrije kauwgom Sportlife (Extramint) is gebruik gemaakt van 6 verschillende zoetstoffen. Dit staat dan als volgt op de verpakking:
Als er in producten de zoetstof aspartaam is gebruikt, moet er op het etiket een waarschuwing staan: 'Bevat een bron van fenylalanine' of 'Bevat aspartaam'. Waarom? Deze zoetstof is niet geschikt voor mensen met de zeldzame erfelijke stofwisselingsziekte fenylketonurie (PKU). Aspartaam bevat namelijk het aminozuur fenylalanine. PKU-patiënten kunnen dit niet afbreken, waardoor het zich opstapelt in de hersenen. Dit kan uiteindelijk leiden tot hersenschade. Mensen met deze aandoening moeten een streng dieet volgen, waarin fenylalanine zo veel mogelijk wordt vermeden. Daarom staat op producten die aspartaam bevatten: “bevat aspartaam” of “bevat een bron van fenylalanine”. Aspartaam heeft overigens geen nadelig effect op het gebit en is geschikt voor diabetici.
Als er aan voedingsmiddelen meer dan 10% aan polyolen (= zoetstoffengroep, waarin onder andere sorbitol, xylitol, erythritol en maltitol vallen) is toegevoegd staat er op het etiket 'Overmatig gebruik kan een laxerend effect hebben'. De opname van polyolen in de dunne darm is gering. In de dikke darm worden ze omgezet door bacteriën, waarbij verschillende gassen ontstaan. Ook trekken ze water aan. Bij een hoge inname kunnen polyolen daarom winderigheid en diarree veroorzaken. De één is hier gevoeliger voor dan de ander.
website Voedingscentrum: 'Wet Voedselinformatie'.
Handboek etikettering van NVWA
Het Voedingscentrum heeft ook een handige app ontwikkeld: de Ingrediëntenchecker. Hiermee kunt u producten in de winkel scannen en in één oogopslag zien welke ingrediënten er in het product zitten. Ook kunt u eigen zoekwoorden in de app instellen. Bekijk het filmpje.
Heeft u zelf een vraag over zoetstoffen? Stel ‘m hier en u ontvangt zo spoedig mogelijk een antwoord van een van onze specialisten.