menu
30 juni 2021

Nieuwe studie: effect van zoetstoffen op onze darmbacteriën

Zoetstoffen en onze darmbacteriën, een terugkerend onderwerp voor onderzoek. Recent is er weer een studie hierover gepubliceerd (1). Wetenschappers van de Anglia Ruskin Universiteit in Groot-Brittannië onderzochten het effect van de zoetstoffen aspartaam, sacharine en sucralose op de bacteriën in onze darmen, ook wel het darmmicrobioom genoemd. Wat was hun conclusie?

Nieuwe studie: effect van zoetstoffen op onze darmbacteriën

Wat zegt het onderzoek?

De uitkomsten van het onderzoek komen er in het kort op neer dat zoetstoffen ervoor zorgen dat 'goede' darmbacteriën ziek worden. De onderzoekers kwamen tot deze conclusie op basis van een in vitro onderzoek, een onderzoek dat met geïsoleerde bacteriën in reageerbuizen, dus buiten het menselijk lichaam, is uitgevoerd. 

Reageerbuis laat niet het gehele lichaam zien

Tijdens het experiment werden de bacteriën gedurende twee dagen blootgesteld aan verschillende concentraties aspartaamsacharine en sucralose. Echter, onderzoek in reageerbuizen maakt het niet mogelijk om het complexe systeem van het menselijke spijsverteringsstelsel en de microbiota mee te nemen. Ook kan het spijsverteringsproces van zoetstoffen en daarmee de uiteindelijke hoeveelheid van de zoetstof die daadwerkelijk het darmmicrobioom bereikt, niet worden bestudeerd. Zo splitst aspartaam ​zich in het lichaam tot twee aminozuren en methanol, die in de dunne darm worden opgenomen. Dit betekent dat aspartaam dus niet rechtstreeks bij het microbioom terechtkomt, daar gaan wat stappen aan vooraf. Dat zie je niet terug in een reageerbuis. En sacharine wordt niet in het lichaam omgezet, maar wordt onveranderd uitgescheiden in de urine. Ze kunnen alleen in de darm komen als iemand zeer grote hoeveelheden sacharine gebruikt. Daarom komt sacharine onder normale omstandigheden niet in contact met het darmmicrobioom. 

Op basis van deze reageerbuisresultaten kunnen eigenlijk geen goede conclusies worden getrokken over de effecten van zoetstoffen op het menselijk microbioom.

Microbioomonderzoek is complex

Microbioomonderzoek van de afgelopen twee decennia toont aan dat de menselijke darm een uniek en complex ecosysteem herbergt. De uitdaging voor onderzoekers om dit complexe netwerk te begrijpen, ligt in het herkennen van de verbindingen en het ontcijferen van de interacties met het lichaam.

In 2014 deden Israëlische onderzoekers ook onderzoek naar de effecten van sacharine in onze darmbacteriën (2). Zij concludeerden dat de consumptie van deze zoetstof de samenstelling en functie van het darmmicrobioom verandert. En dat zou leiden tot een verhoogd risico op een zogenaamde glucosetolerantiestoornis. Hoewel de wetenschappelijke media en experts de conclusies van het onderzoek in twijfel trokken en wezen op de beperkingen van de opzet van de experimenten en de analyse, kwam er toch een grote stroom aan berichtgeving op gang.

Reden voor een aantal wetenschappers om diverse uitgevoerde onderzoeken over het effect van zoetstof op het darmmicrobioom onder de loep te nemen (3, 4). Zij vonden aanzienlijke fouten en tekortkomingen in deze studies. Een zorgvuldig uitgevoerde studie (5) met een passend aantal menselijke proefpersonen, gecombineerd met tests op muizen toonde aan dat noch bij de proefpersonen, noch bij de muizen enig effect zichtbaar was op de microbiota.

Veiligheid zoetstoffen grondig onderzocht

Voordat een zoetstof op de markt wordt toegelaten, worden alle wetenschappelijke bevindingen in detail onderzocht door regelgevende instanties voor levensmiddelen, waaronder het Joint Expert Scientific Committee on Food Additives (JECFA) (6) van de Voedsel- en Landbouworganisatie (FAO) van de Verenigde Naties en de Wereldgezondheidsautoriteit (WHO), de Europese Autoriteit voor Voedselveiligheid (EFSA) (7) en de Amerikaanse Food and Drug Administration (FDA) (8). Tot de onderzochte aspecten behoren ook mogelijke effecten op de darmfunctie. 

bronnen

(1) Shil A en Chichger H. Artificial Sweeteners Negatively Regulate Pathogenic Characteristics of Two Model Gut Bacteria, E. coli and E. faecalis, Int. J. Mol. Wetenschap. 2021, 22 (10), 5228; doi.org/10.3390/ijms22105228

(2) Suez J, Korem T, Zeevi D, et al. Artificial sweeteners induce glucose intolerance by altering the gut microbiota. Natuur. 2014; 514 (7521): 181-186. doi: 10.1038 / nature13793

(3) Lobach AR, Roberts A, Rowland IR. Assessing the in vivo data on low/no-calorie sweeteners and the gut microbiot Food Chem Toxicol. 2019; 124 (december 2018): 385-399. doi: 10.1016 / j.fct.2018.12.005

(4) Ruiz-Ojeda FJ, Plaza-Díaz J, Sáez-Lara MJ, Gil A. Effects of Sweeteners on the Gut Microbiota: A Review of Experimental Studies and Clinical Trials 1 januari 2019; 10 (suppl_1): S31-S48. doi: 10.1093 / voorschotten / nmy037.

(5) Serrano J et al. High-dose saccharin supplementation does not induce gut microbiota changes or glucose intolerance in healthy humans and mice. 2021. PMID: 33431052

(6) http://www.fao.org/food/food-safety-quality/scientific-advice/jecfa/en/

(7) http://www.efsa.europa.eu/en/topics/topic/sweeteners

(8) https://www.fda.gov/food/food-additives-petitions/high-intensity-sweeteners

Leestips

Meer weten? Nederland Voedselland sprak in 2018 met een aantal onderzoekers over deze onderzoeksmaterie. https://www.nederlandvoedselland.nl/artikel/zijn-zoetstoffen-giftig-voor-je-darmen/

Download onze infographic over Voedingswetenschap. Welke verschillende soorten onderzoek zijn er. Welk onderzoek heeft de meeste bewijskracht?