Een nieuwe studie laat een verband zien tussen het gebruik van light drank en aspartaam tijdens de zwangerschap en/of het geven van borstvoeding en een verhoogd risico op het krijgen van een zoon met autisme [1]. Is dat aanleiding voor zwangere vrouwen om geen light drank en aspartaam meer te gebruiken? Nee, dat kan niet geconcludeerd worden uit die studie.
Van 2011 tot en met 2014 zijn er voor de ‘Autism Tooth Fairy Study’ 356 kinderen gerekruteerd die tussen 1984 en 2011 waren geboren. Daarvan hadden er 235 autisme en 121 niet (controlegroep). Aan de moeders werd onder andere gevraagd hoeveel light drank en aspartaam ze tijdens de zwangerschap en/of het geven van borstvoeding gebruikten. Het bleek dat de moeders van een zoon met autisme ruim drie keer meer light drank en aspartaam hadden gebruikt dan moeders van een zoon zonder autisme. Bij de moeders van een dochter werd dit verband niet gevonden.
Voor de diagnose autisme zijn twee definities gebruikt. Voor 2013 had je verschillende varianten, namelijk de autistische stoornis (klassiek autisme), syndroom van Asperger, syndroom van Heller, Rett-syndroom en PDD-NOS. Tegenwoordig wordt maar één definitie gebruikt waarin alle varianten (exclusief Rett-syndroom) zijn samengevoegd met de naam autismespectrumstoornis. De onderzoekers hebben zowel naar ‘klassiek autisme’ gekeken als naar autismespectrumstoornis. Het verband dat bij de zoons gevonden is, ging om klassiek autisme. Er werd geen verhoogd risico gevonden op een zoon met een autismespectrumstoornis.
In een betrouwbare studie worden de deelnemers gedurende een bepaalde tijd gevolgd. Zo kan na worden gegaan welke risicofactoren een bepaalde ziekte veroorzaakt hebben. In deze studie is het tegenovergestelde gedaan waardoor niet gesproken kan worden van een oorzaak-gevolg-relatie. De auteurs zelf geven dat ook aan. Er is begonnen met de ziekte (ouders met autistische kinderen), waar vervolgens risicofactoren bij gezocht worden (light drank en aspartaam). De moeders hebben daarvoor vragen over hun eetpatroon tijdens de zwangerschap ingevuld. Dat kon tot 29 jaar geleden zijn. Dat zal ongetwijfeld tot fouten hebben geleid omdat bepaalde dingen niet meer, of verkeerd herinnerd worden.
Er waren geen gegevens over het lichaamsgewicht en het hebben van diabetes type 2 tijdens de zwangerschap. Studies laten namelijk zien dat een te hoog lichaamsgewicht en diabetes type 2 tijdens de zwangerschap het risico op het krijgen van een kind met een autismespectrumstoornis verhoogt. En juist mensen die te zwaar zijn (80% van de mensen met diabetes type 2 is te zwaar) gebruiken light drank en aspartaam om daar iets aan te doen. De oorzaak op een zoon met autisme zou dan niet light drank of aspartaam zijn, maar het hebben van overgewicht/obesitas.
Deze studie heeft teveel beperkingen om een oorzaak-gevolg-relatie aannemelijk te maken. De resultaten zijn daarom geen aanleiding om tijdens de zwangerschap en/of het geven van borstvoeding geen light drank of aspartaam te gebruiken. Daarvoor is meer en beter onderzoek nodig.