Fowler S.P. et al. (2023)
Nutrients . 2023 Aug 29;15(17):3772. doi: 10.3390/nu15173772.
Soort onderzoek: Patiënt-control-onderzoek
Een studie, gepubliceerd in augustus 2023, laat een verband zien tussen het gebruik van light drank en aspartaam tijdens de zwangerschap en/of het geven van borstvoeding en een verhoogd risico op het krijgen van een zoon met autisme [1]. Is dat aanleiding voor zwangere vrouwen om geen light drank en aspartaam meer te gebruiken? Nee, dat kan niet geconcludeerd worden uit die studie.
De laatste decennia wordt steeds vaker de diagnose autisme gesteld (zie blauwe kader). In Amerika was dat voor 1980 minder dan 0,03% van de kinderen, wat gestegen is tot 2,8% in 2020. Er zijn geen officiële Nederlandse cijfers, maar op basis van internatonale literatuur wordt geschat dat bij ons 1% van de kinderen en volwassenen autisme heeft [1]. Redenen voor deze toename zijn veranderingen van de definitie voor het stellen van de diagnose, meer testen en meer geld beschikbaar voor het onderwerp autisme, naast mogelijk veranderingen in eetpatroon, omgeving en andere factoren die de omgeving in de baarmoeder van zwangere vrouwen beïnvloeden.
De voedingstoestand van een zwangere vrouw met een voldoende inname van belangrijke voedingsstoffen lijkt de kans op het krijgen van een kind met autisme te verkleinen [2]. Daarentegen is er een theorie dat methanol en aspartaam de kans erop verhogen [3]. Om dat dit verder te onderzoeken hebben wetenschappers gekeken of er een verband is tussen de inname van light frisdrank en aspartaam tijdens de zwangerschap en/of het geven van borstvoeding en het krijgen van een kind met autisme [4].
De studie die is uitgevoerd heette de ‘Autism Tooth Fairy Study’ (ATFS) en vond plaats in Amerika tussen 2011 en 2014. Daarvoor zijn 356 kinderen gerekruteerd die tussen 1984 en 2011 waren geboren. Een deel daarvan had autisme (n=235) en een ander deel niet (n=121) wat de controlegroep was. Aan de moeders werd gevraagd om vragenlijsten in te vullen over zichzelf, hun eetpatroon, hun kind, de gezinssituatie, etc. in de periode dat ze zwanger waren en/of borstvoeding gaven. Er werd onder andere gevraagd hoe vaak ze light drank dronken en hoe vaak ze zoetstoffen hadden gebruikt in hun koffie, thee etc. Omdat naar specifieke merken werd gevraagd kon de inname van aspartaam worden geschat.
Vervolgens is er gekeken naar moeders die a) meer of minder dan 350 ml (volume van een blikje in Amerika) per dag hadden gedronken en b) meer of minder dan 177 mg aspartaam per dag hadden binnengekregen (ongeveer de hoeveelheid aspartaam in één blikje). Dit soort onderzoek heet een patiënt-control-onderzoek waarin wordt teruggekeken in de tijd (retrospectief). Wat betreft het vaststellen van autisme zijn er twee definities gebruikt (zie blauwe kader boven):
Bij die twee definities is er vervolgens ook nog in een subanalyse gekeken naar kinderen zonder regressieve vorm. Regressief autisme is een vorm van autisme waarbij een kind zich normaal lijkt te ontwikkelen, maar plotseling de spraak- en sociale vaardigheden begint te verliezen. Dit is allemaal uitgesplitst naar zoons, dochters en zoons + dochters.
In de analyse werd er gecorrigeerd voor verschillen in identiteit van de moeder, wervingsbron, etniciteit van het kind (niet-Spaans blank versus anders), geboortejaar, opleiding van de moeder (≥4 jaar universiteit versus lager) en het inkomen van het huishouden (≥USD 100.000/jaar versus minder).
De gebruikte ondersmethode is een patiënt-controle-onderzoek. Dat is een retrospectieve onderzoeksmethode (terugkijken in de tijd). Uitgangspunt is deelnemers met de ziekte (ouders van kinderen met autisme), waar vervolgens risicofactoren bij gezocht worden door ze te vergelijken met deelnemers zonder die ziekte (ouders van kinderen zonder autisme), de controlegroep. Deze onderzoeksmethode is geschikt voor de bestudering van zeldzame aandoeningen omdat niet gewacht hoeft te worden totdat het aantal gewenste deelnemers de zeldzame aandoening heeft gekregen.
De bewijskracht van deze onderzoeksmethode is laag door verschillende tekortkomingen. Lager dan de observationele cohortstudies waarin deelnemers in de tijd gevolgd worden (zie figuur). Zo is er teruggekeken in de tijd toen de moeders nog zwanger waren en borstvoeding gaven. Dan moet er aanspraak worden gemaakt op het geheugen van de moeders waardoor (onbewust) fouten kunnen worden gemaakt. Het kan ook zijn dat de moeders van autistische kinderen zich bepaalde dingen beter of anders herinneringen dan de moeders van kinderen zonder autisme. Verder is het een observationele opzet, zonder interventie, waardoor verstorende factoren een rol kunnen spelen. Er kan daarom niet gesproken worden van een oorzaak-gevolgrelatie.
Tegenover een patiënt-controle-onderzoek staat het gerandomiseerd, dubbelblind, gecontroleerd onderzoek (zie figuur). Dit soort onderzoek wordt als de gouden standaard gezien. Hierin wordt een groep met vergelijkbare deelnemers in twee of meerdere groepen verdeeld. Het enige wat anders is, is de interventie die ze gedurende een bepaalde tijd volgen (bijvoorbeeld wel of geen light drank drinken). De verschillen in uitkomst moeten dan door de betreffende interventie veroorzaakt zijn.
Figuur: Piramide van bewijslast
Zoons
Moeders die ≥350 ml light drank per dag dronken hadden een 3,1 keer verhoogd risico op het krijgen van een zoon met klassiek autisme. Voor klassiek autisme zonder regressie werd een 3,5 keer verhoogd risico gevonden. Er werd geen verhoogd risico gevonden op het krijgen van een zoon met een autismespectrumstoornis, ook niet zonder regressie (zie tabel 1).
Moeders die tijdens die ≥177 mg aspartaam per dag binnenkregen hadden een 3,4 keer verhoogd risico op het krijgen van een zoon met klassiek autisme. Voor klassiek autisme zonder regressie werd een 3,7 keer verhoogd risico gevonden. Er werd geen verhoogd risico gevonden op het krijgen van een zoon met een autismespectrumstoornis, ook niet zonder regressie (zie tabel 2).
Dochters
Moeders die ≥350 ml light drank per dag hadden dronken of ≥177 mg aspartaam per dag binnenkregen, hadden geen verhoogd risico op het krijgen van een dochter met klassiek autisme of een autismespectrumstoornis (zie tabellen 1 en 2).
Zoons + dochters
Moeders die ≥ 350 ml light drank per dag dronken of ≥177 mg aspartaam per dag binnenkregen hadden geen verhoogd risico op het krijgen van een kind (zoon + dochter) met klassiek autisme of een autismespectrumstoornis (zie tabellen 1 en 2).
Autismevorm | Zoon | Dochter | Zoon + dochter |
Autismespectrumstoornis
| ↔ | ↔ | ↔ |
Autismespectrumstoornis zonder regressie | ↔ | ↔ | ↔ |
Klassiek autisme
| 3,1 x ↑ | ↔ | ↔ |
Klassiek autisme zonder regressie | 3,5 x ↑ | ↔ | ↔ |
Tabel 1: Het drinken van light drank (≥350 ml/dag) tijdens de zwangerschap en/of het geven van borstvoeding en het risico op het krijgen van een kind met verschillende vormen van autisme.
Autismevorm | Zoon | Dochter | Zoon + dochter |
Autismespectrumstoornis
| ↔ | ↔ | ↔ |
Autismespectrumstoornis zonder regressie | ↔ | ↔ | ↔ |
Klassiek autisme
| 3,4 x ↑ | ↔ | ↔ |
Klassiek autisme zonder regressie | 3,7 x ↑ | ↔ | ↔ |
Tabel 2: Het binnenkrijgen van aspartaam (≥177 mg/dag) tijdens de zwangerschap en/of het geven van borstvoeding en het risico op het krijgen van een kind met verschillende vormen van autisme.
De auteurs geven aan dat, zoals de resultaten laten zien, het drinken van light drank en het gebruik van aspartaam tijdens de zwangerschap en/of het geven van borstvoeding het risico op het krijgen van een zoon met autisme verhoogt. Ze merken daarbij op dat er geen bewijs is voor een oorzakelijk verband, maar dat het, in combinatie met eerdere bevindingen uit dierstudies, wel nieuwe zorgen geeft over het gebruik van light drank en aspartaam tijdens de zwangerschap. Meer en beter onderzoek is nodig om meer duidelijkheid te krijgen.
| Autismespectrum- stoornis | Klassiek autisme | Klassiek autisme zonder regressie | Controlegroep |
Zoon | 203 | 140 | 86 | 54 |
Dochter | 32 | 28 | 19 | 67 |
Tabel 3: Aantal kinderen met autisme en zonder autisme (controlegroep) naar geslacht.
Deze studie heeft veel beperkingen en kan door de opzet geen oorzaak-gevolg-relatie aantonen. Daarnaast heeft de EFSA geconcludeerd dat er geen bewijs is dat aspartaam een effect heeft op het gedrag en cognitief functioneren bij kinderen en volwassenen. Dat betekent dat er geen aanleiding is om tijdens de zwangerschap en/of het geven van borstvoeding geen light drank of aspartaam te gebruiken.
Lees publicatie op
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/37686804/