Mag je light frisdranken drinken als je borstvoeding geeft?

Ja, dat mag! Dit geldt zowel tijdens de zwangerschap als voor het geven van borstvoeding.

Light- of zerodranken zonder suikers bevatten een of meerdere toegestane laagcalorische zoetstoffen. Elke zoetstof wordt eerst zorgvuldig onderzocht voordat deze aan producten mag worden toegevoegd. Als een zoetstof in specifieke omstandigheden niet mag worden gebruikt, moet op de verpakking een duidelijke waarschuwing vermeld staan. Dat is bijvoorbeeld het geval voor personen met fenylketonurie, die geen aspartaam of andere bronnen van het aminozuur fenylalanine mogen consumeren.

Light- of zerodranken en andere bronnen van laagcalorische zoetstoffen kunnen heel goed worden gedronken tijdens de zwangerschap en tijdens het geven van borstvoeding, weliswaar steeds binnen maximale dagelijkse hoeveelheid, de zogenaamde Aanvaardbare Dagelijkse Inname (ADI).  Dit is de hoeveelheid van een stof die men levenslang dagelijks kan gebruiken zonder enig risico op gezondheidsproblemen. Of het nu om natuurlijke stoffen of een door de mens samengestelde stof gaat, bij het overschrijden van een bepaald maximum kan er gezondheidsschade optreden. Bekende voorbeelden zijn een te veel aan water, zout of vitamines. Er is altijd een bovengrens waarboven de veiligheid niet langer gegarandeerd is. Voor zoetstoffen is dit uitgebreid onderzocht en beoordeeld. De maximale hoeveelheid die voor zoetstoffen, zoals aspartaam en stevia, is vastgesteld, geldt voor iedereen dus ook voor zwangere vrouwen of voor vrouwen die borstvoeding geven. De Europese Commissie bepaalt welke voedingswaren en dranken zoetstof mogen bevatten en de daarbij behorende maximale dagelijkse hoeveelheden. Deze verschilt per zoetstof. Zo is de ADI van aspartaam 40 mg per kilo lichaamsgewicht en die van stevia 4 mg per kilo lichaamsgewicht. Bij een normaal consumptiepatroon blijft de hoeveelheid zoetstoffen ruimschoots onder de ADI. 

In onze factsheet hebben we de feiten rondom de ADI op een rij gezet.