Laagcalorisch zoetstoffen smaken zoet, maar verhogen de bloedsuikerspiegel niet. Daardoor kunnen ook diabetici genieten van zoete producten, zonder zich zorgen te hoeven maken over hun bloedsuikerspiegel.
Bij mensen die zowel overgewicht als diabetes hebben, kan een kleine vermindering van het lichaamsgewicht al een grote verbetering in de bloedsuikerspiegel teweegbrengen. Bij gewichtsvermindering kunnen laagcalorische zoetstoffen een steun in de rug zijn (zie ‘gezond gewicht’).
Diabetes wordt in de volksmond ook wel ‘suikerziekte’ genoemd. De officiële naam is diabetes mellitus. Het is een chronische stofwisselingsziekte. Bij diabetes kan het lichaam het bloedsuikergehalte niet meer zelf in evenwicht houden. Normaal wordt het bloedsuikergehalte door het hormoon insuline heel nauwkeurig binnen bepaalde grenzen gehouden. Maar bij mensen die diabetes hebben, werkt dit mechanisme niet goed meer. Daardoor wordt het bloedsuikergehalte te hoog. Als dit lange tijd het geval is, schaadt dit de gezondheid. Diabetes verhoogt de kans op hart- en vaatziekten en op nier- en oogafwijkingen.
Volgens de Diabetes vereniging hebben ruim 1.000.000 Nederlanders diabetes mellitus. Daarvan weten echter 200.000 mensen niet dat zij diabetes hebben. 900.000 mensen hebben diabetes type 2. Bij 100.000 mensen komt diabetes type 1 of een ander type voor. Er zijn dus 2 vormen van diabetes: het lichaam maakt geen insuline aan (diabetes type 1) of het lichaam reageert niet meer goed op suiker (diabetes type 2). Circa 90% van de mensen met diabetes heeft diabetes type 2. Mensen met overgewicht hebben een grotere kans om diabetes type 2 te ontwikkelen.
Wanneer je koolhydraten inneemt, stijgt het bloedsuikergehalte. Koolhydraten zitten niet alleen in zoete dingen, zoals suiker en fruit, maar ook in brood, aardappelen, rijst, pasta, sommige groenten e.d. Van koolhydraten maakt het lichaam glucose. Deze glucose komt in het bloed terecht (bloedglucose of bloedsuiker) en wordt op die manier naar de lichaamsweefsels gebracht. De cellen gebruiken de glucose vervolgens als energie. Door het gebrek aan insuline of de ongevoeligheid voor insuline wordt bij diabetespatiënten de glucose niet of onvoldoende opgenomen in de cellen en blijft het bloedsuikergehalte te hoog.
Daarom moeten diabetespatiënten goed opletten op wat zij eten. Het advies aan hen is tegenwoordig om een ‘normaal’ gebalanceerd dieet te gebruiken gebaseerd op de principes van de Schijf van Vijf.
Het eten van suiker mag wel, maar slechts in kleine hoeveelheden. Mensen die aan diabetes lijden kunnen het best advies vragen bij een erkend diëtist. Het is de bedoeling dat diabetici hun bloedsuikerspiegel binnen bepaalde grenzen houden. Dit is niet altijd makkelijk. Het gebruik van producten met laagcalorische zoetstoffen kan dit iets makkelijker maken.
De Nederlandse Diabetes Federatie heeft in 2015 de Voedingsrichtlijn Diabetes uitgegeven. Deze richtlijn is niet alleen bedoeld voor mensen die diabetes hebben, maar ook voor hen die diabetes willen voorkomen. Dit zijn de officiële richtlijnen die ook door dietisten worden gehanteerd. De Europese Autoriteit voor Voedselveiligheid (EFSA) heeft de onschadelijkheid van al deze zoetstoffen bevestigd.
De Voedingsrichtlijn geeft aan dat intensieve zoetstoffen, ook wel laagcalorische zoetstoffen genoemd, (acesullfaam-k, advantaam, aspartaam, cyclamaat, neohesperidine, neotaam, sacharine, stevioglycosiden, sucralose en thaumatine) de bloedsuiker niet beïnvloeden en daarom goed zijn in te passen in de voeding bij diabetes. Net als voor alle andere consumenten geldt ook voor hen dat er wel rekening moet worden gehouden met de Aanvaardbare Dagelijkse Inname (ADI). Over de polyolen (erythritol, isomalt, lactitol, maltitol, mannitol, sorbitol en xylitol staat te lezen dat zij de bloedglucose minder of minder snel dan sacharose, en worden vaak gebruikt in producten die voor mensen met diabetes aangeprezen worden. Bij overmatig gebruik kunnen deze zoetstoffen darmklachten veroorzaken.
Op de website van het Diabetesfonds zijn de belangrijkste kenmerken van laagcalorische zoetstoffen en polyolen opgenomen.
Kenmerken van laagcalorische zoetstoffen
Kenmerken van polyolen